vrijdag 28 januari 2011

Examenstress

Dat ik na vier jaar studeren nog steeds verbaasd ben over wat examens met een mens kunnen doen, kan vreemd lijken. Ik heb meer examenperiodes doorgemaakt dan goed is voor mij. Je zou dus denken dat ik de routine ondertussen onder de knie heb: kamer opruimen, internet afsluiten, fluostiften rangschikken op kleur én belangrijkheid - roze eerst, dan groen, en geel belandt meestal in de vuilbak wegens niet duidelijk genoeg - en tussen al die examenlijke verhuiswerken wordt op regelmatige basis een hele thermos koffie naar binnen gewerkt. Dat is hoe het zou moeten gaan.

Helaas gaat het eerder als volgt: examenrooster checken, opmerken dat het eigenlijk wel meevalt, omdat drie weken blok voor vier examens en twee papers best veel tijd is, en dat er dus geen haast bij is. Bijgevolg spendeer ik mijn dagen surfend, shoppend, uitgaand of hangend, en maak ik mezelf wijs dat een vak als Journalistieke Onderzoeksmethoden op twee dagen ook wel klaar geraakt. Wanneer het dan effectief zover is gekomen dat ik door de wanhopige Facebookstatussen niet anders kan dan leren, besef ik hoe vreselijk dom ik ben geweest en kan ik niet anders dan elke examenperiode opnieuw zuchten: ik was beter wat vroeger begonnen. De tijdsdruk verandert me namelijk in een Gollumachtig wezen, gekleed in een joggingbroek en een veel te wijd t-shirt. De kop koffie is ondertussen vergroeid met mijn hand, wat het typen er niet makkelijker op maakt. Mijn hart maakt vreemde sprongen op het ritme waarmee ik mijn leerstof opdreun.

Dagdromend stel ik me voor hoe het kon geweest zijn als ik tijdens de blok had gedaan wat ik moest doen -blokken dus. Ik had met mijn cursus in de hand door het park kunnen dartelen, minutenlang naar elke pagina kunnen staren, nog even kunnen powernappen of liefst van al: ik had me niet bij het minste schuldig moeten voelen. Alles wat ik doe wordt namelijk omgerekend in aantal pagina's die ik had kunnen leren. Eten staat voor twintig pagina's, 'de Allerslimste Mens' voor veertig pagina's, naar het toilet gaan slechts voor twee. Voor het slapengaan probeer ik er alle pagina's nog eens door te jagen tot de leerstof herkenbaar lijkt, maar niet reproduceerbaar, want dat is voor vlak voor het examen.

Dan ijsbeer ik zo hard dat ik loopgraven achterlaat waar ik stap, en herhaal ik mijn leerstof zo gretig dat ik gaten in mijn samenvatting staar. En was ik vroeger begonnen, dan had ik nog een tukje kunnen doen voor het lokaal in plaats van een tikkende tijdbom te zijn of een makkelijke prooi voor een hartaanval.

Examen afleggen. Examen indienen. Examenlokaal verlaten. Wachten op de punten. Vergeten dat het ooit examens zijn geweest. Weten dat zolang de aanpak werkt, er niets moet veranderen. Dan sterf ik maar een beetje.

Op te laat beginnen. Op -hopelijk- nooit meer examens.