zaterdag 16 oktober 2010

Culinair criticaster

Waar zijn de tijden dat ik nog kon glunderen bij het geluid van een kwak echte stoemp op een bord, of het gutsen van vleessaus in een zelfgehouwen vulkaan van puree. Sinds Jamie Oliver en Gordon Ramsey, of in België de iets minder knappe Peter Goossens en Sergio Herman, is het voor velen onmogelijk om nog te genieten van een lapje vlees zonder het ding met een vleesthermometer te bestoken, te kauwen en te herkauwen. Menig varken heeft er zijn levensdoel van gemaakt te mogen eindigen in een lekkere kotelet, nu heel Vlaanderen heeft besloten bij elkaar op bezoek te gaan om genadeloos elkaars eten af te breken. Komen Eten, de Beste Hobbykok van Vlaanderen, Mijn Restaurant,… Wie nu nog boerenkost serveert, wordt zonder pardon door televisiekijkend Vlaanderen gestenigd.

“Veel mensen denken dat ze kikkerbilletjes gewoon kunnen klaarmaken zoals vis, maar kikkers zijn geen vissen. Nee, dat zijn amfobieën. Veel mensen weten dat niet, dat dat amfobieën zijn.” Dat krijg je dan, als je diepvriesmaaltijdmensen op tv gooit. Diepvriesmaaltijdmensen zijn mensen die ‘s avonds meestal niets méér koken dan een blik ravioli, of een bakje lasagna van Come à Casa. Mensen die leven voor hun televisietoestel en die hun kinderen exotische namen geven die ze ergens hebben opgepikt in een Amerikaanse soap. Mensen wiens droom het is ooit zelf op tv te komen. Mensen die tijdens hun fifteen minutes of fame àlles willen tentoonspreiden wat ze te bieden hebben. Dat je nooit kikkerbilletjes mag verwarren met een pangasiusfilet bijvoorbeeld.

Het zou me weinig verbazen mochten de zelfmoordcijfers onder de Vlaamse huismoeders over de afgelopen jaren de pan uit zijn geswingd. De moeders die met bevende handen hun kinderen een bord voorschotelen, de echtgenotes die hun vis nu steeds met de graatzijde naar boven leggen: alles wordt beoordeeld, veroordeeld en uitgespuugd. Ik ben het pas gevaarlijk beginnen vinden toen ik mezelf betrapte op het gebruik van het woord cuisson. Of erger: bij mijn laatste visschotel merkte ik op dat de saus wel wat fraîcheur kon gebruiken. Wat betekent dat, in godsnaam?

Hoed u, dames en heren aller slag, voor sauce Cross and Blackwell, voor bisque en arroseren. Wapen u tegen het verdwijnen van stoofvlees op grootmoeders wijze. Kook gerust met wat van dit en wat van dat, uit de losse pols en zonder recept. Hef uw spatels, slijp uw messen, want niet iedereen is op zoek naar het lekkerste, naar het beste of naar het mooiste.

Sommigen onder ons hebben gewoon honger.

1 opmerking: